Menu

NAOORLOGSE WOONHUIZEN

 

Het aantal opdrachten moest geleidelijk aan groeien, pas in de jaren vijftig kreeg Rietveld er steeds meer. Dit hing grotendeels samen met het toen pas beschikbaar komen van de middelen voor nieuwbouw, maar ook met de late erkenning van zijn werk als vernieuwend architect en de waardering daarvoor.

Huis Slegers (1955)

Deze woning met atelier in Velp is gebaseerd op een meterstramien en dat bepaalt duidelijk de eenheid van het totaalontwerp. De noordgevel van het atelier bestaat uit een raster van vier meter hoog, opgevuld met ramen van één bij één meter. Het huis is beperkt van omvang, om de ruimte optisch te vergroten zijn de wanden tussen de verschillende vertrekken gedeeltelijk van glas.

Huis van den Doel in Ilpendam (1959).

Dit is een huis met een grote, hoge woonkamer met weids uitzicht over de weilanden en een open verbinding met de ouderslaapkamer. Er zijn nog twee kleine slaapkamers, een keuken met eethoek en een spreekkamer voor de opdrachtgever, die chirurg was. Voor mevrouw van den Doel was een atelier op het noorden ontworpen.

Het huis is omringd door terrassen en trappen. Er zijn twee haaks op elkaar staande muren die een verlengstuk vormen van het huis en het verbinden met de tuin en de polder. Rietveld vond dit een van zijn meest geslaagde woonhuizen en nam vaak mensen mee om het te bekijken. Hij waardeerde zelf vooral de achterzijde, met het ruime uitzicht over het polderlandschap. De plaatselijke bevolking had veel minder waardering voor dit huis en gaf het de bijnaam ‘crematorium’, vanwege de hoge zwarte schoorsteen.

Rietveld beschreef het ontwerpproces als volgt in het Bouwkundig Weekblad van 1960: ‘Door het volledig ontbreken van storende afdekdetails werken alle vormonderdelen mee met de architectuur van het geheel; dit is het resultaat van tientallen jaren experimenteren’.


Rietveld vond dit een van zijn meest geslaagde woonhuizen en nam vaak mensen mee om het te bekijken.

Huis van Slobbe

Huis van Slobbe in Heerlen (1964), is gelegen tegen een helling in een heuvelachtig gebied en het lijkt daaruit op te rijzen. Het bestaat uit een stapeling van ruimtes, maar de gevels tonen een strakke horizontale structuur.



Sociale woningbouw

Hoewel Rietveld een voorkeur had voor sociale woningbouw, kon hij slechts enkele projecten uitvoeren. Zijn vele stedenbouwkundige ontwerpen kregen ook geen kans.

In Nagele kon hij in 1958 met zijn zoon Jan wel een tachtigtal woningen bouwen.

In Utrecht, in de wijk Hoograven (1954-1957), kreeg Rietveld zijn eerste grote woningopdracht voor een kleine 800 woningwetwoningen. Hij ontwierp deze in samenwerking met Hanneke Schröder en Jan van Grunsven.

En in Reeuwijk bouwde Rietveld een complex van 52 woningwetwoningen, de zogenoemde Om en Om woningen (1957-58). De woningen zijn ieder 180 graden gedraaid waarmee de voor- en achtergevel van de woningen, om en om, een gevelwand vormen. Dit project is met name interessant omdat het deels voortkomt uit het Kernhuis idee: de gelijkwaardigheid van voor- en achtergevel.